Wellicht is Azerbeidzjan niet het eerste land dat in je opkomt als je denkt aan je volgende vakantie, snap ik. Het is echter een leuke toevoeging aan je reis door de Kaukasus.
Hoe kom je er?
Je kunt met de nachttrein van Tbilisi naar Baku reizen. Dit kost je ongeveer 10-25 euro (afhankelijk van de klasse) en 12 uur van je leven, maar als je geluk hebt, slaap je een deel van de tijd. Je kunt er ook heen vliegen. Je kunt niet vanuit Armenië naar Azerbeidzjan, want de twee landen zijn met elkaar in conflict.

Hoe is de sfeer?

Op z’n minst bijzonder te noemen. Op het oog lijkt Baku op een moderne Europese stad. Als je iets verder kijkt, zie je al snel dat het veel meer Arabische invloeden heeft. Veel mensen (met name mannen) uit streng islamitische landen komen naar de stad om even flink de bloemetjes buiten te zetten en alles te doen wat God, uhm Allah, verboden heeft. Als Europeaan kun je je hierdoor soms wat misplaatst voelen.
Wat kun je er doen? : Baku-centrum
Het historisch centrum is een echte bezienswaardigheid. Het is de plek waar oud en nieuw elkaar ontmoeten: tussen de oude gebouwen zie je moderne wolkenkrabbers. Een paar must-sees op een rijtje.

De Maagdentoren stamt uit de 12e eeuw en achter deze locatie stamt een verhaal dat zo uit een Disneyfilm geplukt had kunnen worden (Prinses wordt verliefd op arme jongen, wordt vastgehouden in toren en spring dan naar beneden omdat het leven geen zin meer heeft). Het heeft ook een museum, mocht dat meer je ding zijn dan Disney.
Een wandeling door de ommuurde stad is zeker de moeite waard. Start bij de dubbele poort en loop dan via de steegjes naar het Paleis van Shirvanshah. Onderweg zul je ongetwijfeld een aantal keer naar de Vuurtorens (wolkenkrabbers) kunnen zwaaien.

Slenter aan het einde van de dag langs de promenade en geniet van het uitzicht over de Kaspische zee.
In de omgeving van Baku
Baku is leuk, maar na 2 dagen heb je het wel een beetje gezien. Wil jij nog wat van de omgeving zien, dan kun je een dagtrip maken naar enkele andere bijzonderheden in de omgeving. Openbaar vervoer is niet echt een optie. Er gaat geen enkele bus direct naar de locaties, dus je zit altijd vast aan extra taxi (hassle).
Veel mensen bezoeken het nationaal park Gobustan. Hier vind je muurtekeningen/inscripties. Onze vroegere medemens was hier creatief van ongeveer de 8e tot de 12e eeuw. Er is ook een uitgebreid museum waarin je alles kunt leren over hoe men daar toen leefden.

Om de hoek vind je kleine moddervulkanen. Vrij grappig. De modder schijnt goed voor je te zijn, dus je kunt je er helemaal mee insmeren. Dat gebeurt waarschijnlijk sowieso wel als je er rond loopt. Maar dan per ongeluk.
Een andere bezienswaardigheid in de omgeving van Baku is de Vuurtempel (in Ateshgah). Ooit was dit een pelgrims- en filosofisch centrum van de Hindu’s en Zoroastriërs die hier uit Perzië en India op pelgrimstocht kwamen. Maar Alexander Dumas schijnt er ook de 3 musketiers geschreven te hebben. Het is dus van alle markten thuis. Maar het is een plek met veel geschiedenis en dat maakt het zeker een bezoekje waard.

Een logische stap is om vervolgens naar het dichtbijzijnde Yanardag te gaan, waar een berg continue in de fik staat. Dit is een natuurlijk proces en komt door de grote hoeveelheid gas dat in de aarde te vinden is. De locals vinden het een echte bezienswaardigheid. Echter, ik vond het niet denderend indrukwekkend. Je betaalt er wel 5 euro entree voor.
Een tripje naar Baku is dus een leuke aanvulling op je reis door Georgië en Armenië. Als je nog verder vragen hebt, deel die dan in de opmerkingen hieronder.