Namibië ligt misschien niet meteen voor de hand als je nadenkt over je volgende vakantie. Want hoe ziet het land er eigenlijk uit en wat kun je er doen? Veel mensen trekken naar buurland Zuid-Afrika voor safari en the African vibe, maar misschien is Namibië nog wel indrukwekkender. Zeker als je van natuur houdt! En van rust. In Namibië is namelijk vrij weinig. Das toch saai? Nee, dat is juist heel tof! Want het land heeft uitgestrekte woestijnen en kale landschappen waar de zoutvlaktes in Bolivia bijna jaloers op zouden zijn. En dat is niet alles.

Hieronder vind je 5 natuurlijke hoogtepunten waarom je naar Namibië moet.

1. Fish river canyon

Lang lang geleden, waren er eens wat aardlagen en die schoven langs elkaar. En zo ontstond er een canyon. Iedereen kent wel de Grand Canyon in de VS, maar ken jij ook de Fish River Canyon? Het is de tweede grootste canyon ter wereld en het ligt aan je voeten in Namibië. Het ligt net over de grens van Zuid-Afrika en je rijdt er gemakkelijk heen. De canyon bestaat uit zandsteen en kalksteen. Het is een buitengewoon plaatje. Buitenaards bijna. Zeker als je er net voor zonsondergang bent, kun je er schitterende plaatsjes schieten. Vergeet niet af en toe ook zelf te kijken. Anders mis je het en dat zou jammer zijn…

2. Namib-Naukluft National Park.

Dit park bestaat eigenlijk zowel uit de uitgestrekte Namib woestijn en uit het Naukluft gebergte. Namibië betekent letterlijk ‘land van de open ruimte’. Dat is niks te veel gezegd. Dat merk je als geen ander als je in de Namib desert ronddwaalt. Middenin de woestijn vind je de Sossusvlei. Dit gedeelte is beroemd door zijn hoge duinen en gave kleuren. Er zit veel ijzer in het zand en hierdoor zijn veel duinen roodgekleurd. En laten we wel weten, mooi rood is niet lelijk! Tijdens zonsopkomst en ondergang hebben de duinen ongeveer elke minuut een andere kleur. Een van de hoogste en tevens bekendste duinen is Dune 45. Hier mag je namelijk op als toerist. En dat wil je! Dus klauter jij met je ochtendhumeur de duin op als een tweejarig kind in de zandbak. Je installeert je boven op de duin en je….geniet….van het waanzinnige landschap.

3. Etosha National Park

Je bent natuurlijk ook naar Afrika gekomen om wat beestjes te zien. Dus wil je op safari. Gelukkig zit je ook daarvoor goed in Namibië. Je kunt in Etosha National Park de gehele big five zien. Olifanten, buffels en leeuwen zijn makkelijk te spotten, de luipaard maakt er echter wel een ware uitdaging van om gevonden te worden. Goed speurwerk is noodzakelijk. Zorg ervoor dat je voor zonsondergang bij een van de campings in het park bent. Anders is het hek dicht en slaap je letterlijk tussen de leeuwen. Alle campings hebben een waterhole waar je soms ’s avonds de neushoorns kunt zien drinken. Toch een leuk uitje voor het slapengaan.

Het park is niet alleen fascinerend vanwege de grote hoeveelheid dieren die er te spotten is. Etosha betekent ‘plaats van droog water’ of ‘grote witte plaats’. Er ligt namelijk een enorme zoutvlakte in het midden van het park. Waar je ook kijkt, je ziet niks. Helemaal niks. En dat is best wel gek. De zoutpan is ongeveer zo lang als van Amsterdam naar Zwolle en 50km breed. Het neemt echter slechts 25% van het park in beslag….

4. Spitzkoppe

Namibië was vroeger een Duitse kolonie en voor wie er enigszins heeft opgelet op de middelbare school moet het geen rocket science zijn dat Spitzkoppe, spitse hoofden betekent. En dat is het eigenlijk ook wel. Uit het niets rijzen er ineens bergen op uit de woestijn. En dat is vreemd. Maar wel allemachtig prachtig. Het is een aanrader om hier te gaan kamperen. En dan niet op de camping, maar verderop in het park. Je hebt hier een schitterend uitzicht en je hebt niks nodig. Er is ook niks, dus dat scheelt (alleen heel af en toe een toilet). Je pakt je matje en slaapzak, legt dit op een rots en valt in slaap onder de sterrenhemel. Wat wil een mens nog meer? Je kunt hier ook een kleine tour krijgen van een local om op zoek te gaan naar eeuwenoude schilderingen van de bosjesmannen. Dus nog een klein cultureel uitstapje ook!

Spitzkoppe, Namibië

5. De mens

De mens is natuurlijk ook een natuurverschijnsel. Wellicht wel de mooiste. In Namibië heb je veel verschillende stammen met ieder hun eigen gebruiken. Naast de bosjesmannen en de San (die vroeger in Etosha) woonden, vind je er ook de Himba stam. Deze stam is erg makkelijk te herkennen aan hun uiterlijk. De mensen hebben vaak een roodbruine kleur en hun haar ziet eruit als klei. De vrouwen wassen zich namelijk niet, maar smeren zich in met kruiden, oker en boter. Op 10 jarige leeftijd worden bij de stamleden de twee voorste tanden van het ondergebit uit de mond geslagen. Niet om op tandartskosten te besparen, nee zodat ze te herkennen zijn als stamlid. De Himba zijn een nomadenvolk en je vind ze voornamelijk in het noordwesten van het land. Vaak vinden ze het prima als je een foto van ze maakt, als je het maar wel even vraagt!

Je kunt Namibië het beste verkennen met een 4×4 huurauto. Openbaar vervoer is nou niet bepaald goed geregeld (er is immers niks) en met een auto kun je het uitgestrekte land helemaal in je opnemen. Ook zou ik zeker gaan kamperen. Er zijn niet overal hotels, maar op de meeste plekken wel campings. Mocht je nu toch iets meer van de glamping zijn, dan komt het ook helemaal goed; veel campings hebben ook bungalows of kleine huisjes. Ga je liever georganiseerd en gezellig met anderen op avontuur? Dan bieden Sawadee: Reizen naar Afrika en Koning Aap ook goede rondreizen aan.